Mijn standpunten

Bevolking betrekken bij beleid
Bestuurders, politici, ambtenaren en deskundigen maken voorstellen, die worden voorgelegd aan betrokkenen en bevolking. Soms leidt zo’n voorstel tot heftige reacties en het betrekken van de loopgraven. Soms wordt het voorstel wat aangepast en geaccepteerd. Vaak slaan gedeputeerden zich dan op de borst hoe goed ze de bevolking erbij betrekken.
Volgens mij kan het veel beter. Bij een probleem of een pril idee is het gewenst bevolking en betrokkenen er direct bij te halen. Lokale kennis levert meestal de beste en in ieder geval de meest gedragen oplossingen. Daarmee worden langdurige procedures en veel kosten bespaard.

Consistentie en herkenbaarheid
D66 is nu niet in de Provinciale Staten van Overijssel vertegenwoordigd. Dat is de afgelopen jaren duidelijk merkbaar geweest, want de standpunten van de huidige partijen zijn gebaseerd op een korte termijnvisie. Onze vroegere D66-fracties hadden in de Staten van Overijssel het imago van denken op de lange termijn. Ik ben daar trots op! Juist nu is ons onderscheidend en onafhankelijk geluid dat is gericht op de lange termijn heel hard nodig.
Als belangrijkste punt denk ik daarbij aan de omschakeling naar een écht duurzame economie. Ik had gehoopt dat we door de economische crisis hard zouden gaan werken aan een economie die veel minder afhankelijk is van schaarse grondstoffen en fossiele brandstoffen. In de praktijk komt daar nog te weinig van terecht. De provincie kan op dit beleidsterrein een belangrijke rol vervullen. (Utrecht is daar bijvoorbeeld veel verder mee dan Overijssel).
Daarnaast vind ik dat we op sociaal terrein meer aandacht moeten hebben voor de generaties na ons in de plaats van maar alles behouden wat de welvaartsstaat ons nu biedt.
Tot slot ben ik van mening dat we ons bij het inrichten van de fysieke omgeving moeten laten leiden door drie criteria: kwaliteit, duurzaamheid en flexibiliteit.

Met onze vijf richtingwijzers moeten we een herkenbare en consistente lijn in de Staten van Overijssel kunnen uitzetten. En natuurlijk moeten we voortdurend proberen de kloof tussen burger en bestuur zo klein mogelijk te houden. Zie ook www.d66.nl.

Bestuur
D66 wil de provincies opschalen naar landsdelen en de waterschappen laten opgaan in deze landsdelen. Ik kan me hierin vinden, maar wil ervoor waarschuwen dat de  kostenbesparing hiervan maar beperkt is. Veel meer dan op de structuur van de overheid, moeten we ons richten op de cultuur. Ik verwacht veel meer van een omschakeling  naar een overheid die meedenkt, faciliteert, samenwerkt en medewerkers heeft die hun nek durven uit te steken, dan van een structuurwijziging.

Zelfontplooiing
D66 vertrouwt op de eigen kracht en ontwikkeling van mensen. De overheid moet ruimte scheppen voor de creativiteit en vindingrijkheid van mensen. Op provinciaal niveau kunnen we dat op alle beleidsterreinen. En de overheid is er echt niet voor alles.

Financiën
De provincie Overijssel is rijk. Financiën is een moeilijk terrein voor veel statenleden. Dat hebben de Collegepartijen maar al te goed in de gaten. Veel wordt er vastgelegd in fondsen, waardoor de vrije beleidsruimte uiterst beperkt is. Ondanks veel goede wil bij het ambtelijk apparaat is er onvoldoende transparantie. Wij willen een zo groot mogelijke begrotingsbevoegdheid voor de Staten.
In een heel ver verleden hebben Andries Veldkamp en Sol Schuijer het financiële huis van de provincie al eens op hun fundamenten laten schudden. Misschien moeten we dat nog eens herhalen!
Daarnaast vraagt de besteding van de middelen die vrij gekomen zijn bij de verkoop van Essent speciale aandacht.

Duurzaamheid
Duurzaamheid moet niet worden afgedwongen met regels en toetsingscriteria, maar moet komen vanuit een gedragsverandering door motivatie. De overheid speelt hierbij een cruciale rol. De provincie moet deze gedragsverandering stimuleren en faciliteren en kan op veel terreinen het voortouw nemen. Allereerst hoort hier een maatschappelijk verantwoord optreden van de provincie zelf bij. Voorbeeldgedrag is van eminent belang.
Duurzaamheid is geen beleidsterrein op zich, maar werkt integraal door naar alle beleidsterreinen. Ik hoop dat we als fractie initiatieven kunnen ontplooien,  zodat er over vier jaar een Overijssel is dat

  • voorop loopt bij de transitie naar een duurzame samenleving;
  • op zoek is naar de invoering van duurzame maatregelen op alle beleidsterreinen;
  • voorbeeldgedrag vertoont / het goede voorbeeld geeft;
  • andere overheden, bedrijven, kennisinstituten en particulieren stimuleert en faciliteert en bovendien zelf initiatieven neemt;
  • een concrete duurzaamheiddoelstelling heeft (road map);
  • een koppositie heeft op het gebied van kennis over duurzaamheid.

Een bijzondere plaats neemt het energiebeleid in. Het huidige beleid over energiebesparing is versnipperd. Op het gebied van energievoorziening moeten we veel meer doen aan alternatieve vormen van energie. Er zijn zo enorm veel mogelijkheden. Een deel van de Essentgelden moeten we hieraan besteden.

Ruimtelijke ordening
Mijn visie op omgevingsbeleid is dat mensen het beste zelf kunnen bepalen hoe ze willen wonen, werken en leven. Het inrichten van onze omgeving is bij uitstek een onderwerp om burgers, bedrijven, organisaties en andere overheden zoveel mogelijk bij te betrekken. Voor particulieren en bedrijven betekent dit veel meer verantwoordelijkheid nemen dan tot nu toe. Daar hoort een faciliterende, meedenkende, initiërende  en voorlichtende overheid bij die in het geval van impasses duidelijke keuzes maakt. Niet altijd op basis van compromissen, maar op basis van kwaliteit. Deze filosofie  vraagt een volledig andere aanpak van beleidsuitvoering dan tot nu toe.
In het omgevingsplan van de provincie, waar D66 in de vorige Statenperiode het initiatief voor heeft genomen,  zit al een aantal aanzetten in deze richting. Ik stel voor dat D66 in de komende Staten een aantal  voorstellen gaat indienen om deze visie verder door te voeren.

Landelijk gebied
Ik ben voorstander van veel aandacht voor landschap, natuur en cultuurhistorie.
Door schaalvergroting wordt het landschap verpest. De discussie rond de megastallen zijn daar een voorbode van, maar ook in de melkveehouderij en de akkerbouw ontstaan naar verwachting soortgelijke problemen. Ik pleit daarom voor een vergaande verandering naar een rendabele agrarische  sector met een bedrijfsvoering passend in het landschap, gericht op voedselvoorziening van hoge kwaliteit met veel aandacht voor milieu en dierenwelzijn. Er is nog veel mogelijk met meer vormen van verbrede landbouw. Daarom ben ik een voorstander van een vitaal en dynamisch landelijk gebied dat verschillende functies herbergt, zoals natuur, landschap, landbouw, wonen, toerisme, energie, zorg, mobiliteit en educatie.

Bouwen en Wonen
We moeten woningen bouwen waar vraag naar is. Bijvoorbeeld voor starters en senioren. Het klinkt zo simpel, maar het gebeurt door allerlei mechanismen nog onvoldoende. Bouwen en de ruimte inrichten doen we voor de zeer lange termijn. Trends kunnen snel veranderen. Daarom moeten we wijken, buurten en gebouwen van hoge kwaliteit, lange levensduur met een laag energieverbruik en zoveel mogelijk flexibiliteit ontwikkelen. Uit het verleden vind ik de huizen aan de grachtengordels en de landgoederen hier prachtige voorbeelden van.
Als we op korte termijn op grote schaal gaan investeren in verbetering van gebouwen en energiebesparing slaan we twee vliegen in één klap. We doen nu investeringen, geven de economie een impuls, scheppen op korte termijn werkgelegenheid, terwijl we op de lange termijn veel kosten besparen.

Kunst en Cultuur
Hoe zou een samenleving eruit zien zonder kunst en cultuur?
Als we alleen voor een economie kiezen, krijgen we een kleurloos bestaan. Maar al te snel zijn we geneigd op de beleidsterreinen van de provincie te bezuinigen. In mijn ogen is dat onjuist.

Sport
Voor het provinciale beleid voor sport geldt precies hetzelfde. Hier speelt gezondheid ook nog een belangrijke rol. Sporten moet de aandacht krijgen, die het verdient!

Jeugdzorg
Op het gebied van jeugdzorg blijft veel te doen. De wachtlijsten blijven een voortdurende zorg. Teveel energie gaat zitten in indicatiestelling en te weinig in daadwerkelijke zorg. Wij zijn voor het samenvoegen van de Bureaus Jeugdzorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Bovendien vind ik dat op termijn de jeugdzorg een taak van de gemeenten is.

Europa
Als je in de nieuwe mooie entourage van het provinciehuis een statenvergadering bezoekt waan je je toch soms in het begin van de vorige eeuw. Dat geldt voor sommige formele gebruiken, maar helemaal als het over grensoverschrijdende zaken gaat.  Soms lijkt het erop dat de wereld bij de grens ophoudt. Ook in Overijssel kan er op veel terreinen van provinciaal beleid veel beter samengewerkt worden met het Duitse grensgebied. Voorbeelden: luchthavenontwikkeling, wonen, winkelvoorzieningen, infrastructuur, bedrijventerreinen en kennisontwikkeling. Als het uitkomt, wordt er nu op ad hoc-basis  samengewerkt. Een dergelijke samenwerking zou een planmatig karakter moeten hebben. Bijvoorbeeld in een ruimtelijk economische structuurschets voor het TOM-gebied (Twente- Osnabrück-Münster).
De provincie Overijssel richt zich teveel op de deelstaat Noordrijn -Westfalen en te weinig op de aangrenzende Landkreisen.

Reacties zijn gesloten.